perronwandenMet het idee van de perronwanden op de baan ben ik toch een hele tijd bezig geweest. In totaal moeten er zo'n 11 strekkende meter perronwanden komen. Het loont dus om even te zoeken naar een werkbare oplossing.
De perrons op de Geuldalbaan zijn lage perrons, dat wil zeggen in werkelijkheid 0,33m hoger dan bovenzijde spoorstaaf. Alle perrons waren opgebouwd met wanden gemaakt van twee gestapelde dwarsliggers, gesteund door een ingegraven staande halve biels. Bij een modellengte van 30mm zijn er ongeveer 700 dwarsliggers nodig, plus ca. 350 staande bielzen. Dat valt niet echt mee.
Eerst dacht ik de wanden te maken van houtjes. Dat idee viel al snel af omdat de houtjes niet gaan lijken op de kunststof dwarsliggers onder de spoorstaven. Wel handig dat je zo'n houtje mee kunt buigen met de gebogen perrons, maar in het echt zijn de dwarsliggers echt wel recht en niet gebogen.
Uiteindelijk heb ik besloten om alles van styreen te maken. Als basis dienen styreenprofielen van 4,8x4,8 mm en profielen van 2,0x3,2 mm.
Voordat ik begon heb ik natuurlijk eerst naar de NEM 102 en 103 gekeken voor het PVR. Echt blij werd ik er niet van. Volgens de norm moet BL3 42 mm zijn, ofwel hart spoor tot perronwand is 21mm. De kleinste radius van het spoor langs het perron van Oud-Valkenburg heeft een radius van 880mm, dus er komt nog een correctiefactor bij van 4mm. De afstand hart spoor tot perronwanden zouden dan 25mm worden. Dat vind ik niet uitzien, heb je bijna een loopplank nodig. Op schaal zou de afstand 17,8mm moeten zijn (1,55 m gedeeld door 87) waarmee ik er dan 7mm naast zit.
Omdat ik lage perrons ga maken zitten alle traptreden van de rijtuigen hoger dan de perronhoogte, en daarmee kunnen de perrons dichter bij het spoor komen dan de NEM norm voorschrijft. Ik heb de stoomlocs die ik heb allemaal op de rails gezet en gekeken tot waar de cilinders komen. De BR50 van FLM heeft de grootste breedte nodig. Proefondervindelijk blijkt dat ik de afstand hart spoor tot perronwand kan verkleinen tot 19,5mm. Overigens blijkt anders dan ik had verwacht dat in de buitenbocht de meeste ruimte nodig is.
Voor de onderste dwarsligger van de wand heb ik een vierkant profiel gebruikt, dat blijft makkelijker liggen dan een strip, en naderhand zie je er niets meer van. Op schuurpapier heb ik de profielen op de juiste maat geschuurd. Eigenlijk is alleen de totale hoogte van de perronwand van belang en de afmeting van de bovenste biels. Door het grove schuurpapier (80) ontstaan er al vanzelf groeven in de bielzen.
Vervolgens heb ik een paar mallen gemaakt om de dwarsliggers op maat af te zagen. Het onderste profiel is 1mm korter dan het bovenste zodat de bovenkant straks goed tegen elkaar aan gaat sluiten. Met secondelijm zijn de bielzen verlijmd.
De rails langs de perrons hebben een verkanting. Dus voor het gemak ben ik begonnen met de perronwand in de binnenbocht waar de rails direct op het rubber ligt.
Om de juiste afstand van 19,5mm aan te houden heb ik een hulpstukje gemaakt van een paar stukjes styreen. Daarmee kan ik de bielzen-paren makkelijk op de plek leggen. De styreen bielzen zijn met secondelijm op het rubber geplakt.
Nadat de hele wand staat worden de rechtopstaande bielzen gelijmd.
Voor het perron langs de buitenbocht is het iets meer werk. De perronwand moet gelijk oplopen met de verkanting van de rails. Met stripjes heb ik elk bielzen-paar opgehoogd.
Nadat alles is verlijmd en gecontroleerd is het styreen met een primer gespoten. Ik heb daarvoor Citadel Chaos Black Spray gebruikt. Het spul stinkt enorm, maar het werkt wel goed. Om te zorgen dat de kleur van de dwarsliggers van de perronwanden gelijk wordt aan de dwarsliggers onder de spoorstaven, heb ik dezelfde kleuropbouw toegepast.
Na de zwarte primer heb ik alles gespoten in de bekende roestkleur. Daarna heb ik de dwarsliggers geschilderd met de drie kleuren voor de bielzen.
Daarna is alles met een wash behandeld, en is het geheel met drybrushen bewerkt. Even tussendoor moest ik een ander klusje in huis doen, en ja waar anders leg je dan bitjes neer dan op het perron
