Deze week aan de slag gegaan met andere kant van het station. Daar moeten gelijksoortige muren komen om een beetje eenheid te krijgen.

Ik begin met de binnenmuur van de bocht naar de brug. Hier gebruik ik de slechtste stukken muurplaat voor omdat er toch niet zoveel van te zien is later.

Verder wil ik voor het tramviaduct een wangbrug maken. Ik maak de wang van een stukje styreen van 1mm dik. Het klinknagel motief maak ik met een radeerwieltje (zo heet dat toch Sem

) in dunne strookjes styreen.

Deze lijm ik dan weer op het styreen plaatje. De randen maak ik van dunne latjes.

Als de wang klaar is ga ik weer verder met de muur.

Omdat het gat naar de brug wel erg groot is maak ik een inspringend gedeelte. Nu hoef ik maar een smalle tunnelingang te maken. De rol boven de tunnelingang maak ik op maat uit een gebroken tunnelrestant en lijm deze in een mooi bruikbaar stukje plaat.

Ook het wegdek sluit ik weer netjes aan op de muur. Alle kleine naadjes in de muur vul ik op met witte houtlijm. Als deze begint op te stijven kras ik met een satéprikker de voegen er weer in.

Het oog wil ook wat en ik fröbel ook hier weer verschillende steunberen in elkaar.

En de hele muur in de zwarte onderlaag.


Van de laatste verflaag ben ik vergeten wat foto’s te schieten dus ik ga gewoon verder met de aankleding van het stukje stationsplein.

Ook hier moet ik weer een paar lantaarns maken. Dit zijn de ingrediënten voor zo’n paaltje. De pootjes die ik van de led af knip daar buig ik kleine krulletjes van die ik in de bocht van de lantaarn soldeer.

Een paar bouwvakkers zijn bezig met de reparatie van een steunbeer van de wangbrug.


Er kan gebeld worden!


Bukken!


Weer een klus geklaard.
