Opnieuw digitaal beginnen met moderne hardware (vervolg)Testen van YaMoRC bezetmeldersZoals beloofd in mijn vorige bijdrage, van alweer 28 mei 2025, zou ik verder gaan met het testen en beoordelen van recent op de markt gekomen YaMoRC hardware componenten. Hier ben ik pas nu aan toegekomen, mede gelet op onze verhuizing van Almere naar Dronten. Ik heb een slaapkamer betrokken, met daarin ook de eetkamer tafel, waarop ik in Almere van alles opgebouwd en getest heb. Er is in het huis nog een zolder, die ik wellicht kan gaan gebruiken voor een echte modelbaan, maar de toegankelijkheid is nog een probleem. Ik ben nog steeds herstellende van mijn heupoperatie en mijn knieën geven af en toe problemen. Kortom ik beperk me tot relatief kleine digitale testbaantjes en heb (nog) geen aandacht voor scenery.
Nog te vermelden dat ik deze bijdrage niet maak om YaMoRC te promoten, maar alleen om mijn bevindingen te beschrijven. Zoals eerder is vermeld, was mijn vorige (‘verdwenen’) baan volledig uitgerust met Digikeijs componenten. Ik ben gewoon benieuwd naar deze ‘opvolgers’ en de merkbare ontwikkeling van de technologie ervan.
Welke bezetmelders zijn van toepassingOm treinen automatisch digitaal te kunnen laten rijden verdeel je de baan in geïsoleerde sectoren. In elke sector wordt de aanwezigheid van een trein gedetecteerd middels een systeem van bezetmelding. Daartoe worden de sectoren verbonden met één of meerdere modules: bezetmelders.
Bezetmelders worden geleverd voor massadetectie en stroomdetectie. De eerste categorie wordt toegepast voor 3 spoor wisselstroom. De tweede voor 2 spoor gelijkstroom. Hier bekijken we alleen de 2 eenvoudigste modules YD6016ES en YD6016LN, op basis van respectievelijk s88-N en LocoNet standaarden; beide voor stroomdetectie.
Hierbij wat info over de 2 standaarden:
S88
Oorspronkelijk werd de S88-bus door Märklin ontwikkeld. De S88-bus is erg eenvoudig van opzet en kan ook niets anders dan bezetmeldingen doorgeven. Er is nog weleens last van storingen op de S88-bus. De originele standaard S88-kabels pikken makkelijk stoorsignalen op. Dit is te verbeteren door over te stappen op het aangepaste s88-N en netwerkkabels te gebruiken.
LocoNet
Van meet af aan is LocoNet opgezet als een intelligente universele databus, die veel meer kan dan alleen bezetmeldingen doorgeven. Zo kun je er bijvoorbeeld boosters en handregelaars op aansluiten. LocoNet is uitgevonden door DigiTrax en als andere fabrikanten ermee aan de slag willen, moeten ze een dure licentie kopen. Dat was een grote rem op het succes van LocoNet. Terugmeld decoders voor LocoNet zijn een stuk complexer en dus iets duurder zijn dan hun S88 tegenhangers.
Hierbij nog een voorbeeld LocoNet schema uit Wikipedia:
LocoNet is dus minder storingsgevoelig, breder toepasbaar en aan één LocoNet bezetmelder zijn weer meerdere (“goedkopere”) s88-N modules te koppelen. We gaan de twee YaMoRC modules dus gekoppeld testen.

Dit verbinden doen we met een YD6901ES-LINK brug. Dit is in plaats van een netwerk kabel! Mits ze natuurlijk naast elkaar kunnen worden opgesteld. Anders toch die netwerkkabel.
Configuratie van de bezetmeldersDe modules zijn ‘af fabriek’ al ingesteld op de contacten 1 t/m 16. Wijziging van het beginnummer, naar bijvoorbeeld 17, is mogelijk. Bij de gekoppelde YD6016LN en YD6016ES modules gaat dit vrijwel automatisch. Hierbij ontstaat dus het bereik 1 t/m 32.
Om dit te bereiken moet de YD6016LN module via de USB kabel rechtstreeks worden aangesloten met de computer. De centrale ervan loskoppelen en deze uitschakelen. Dan van het YaMoRC configuratie menu de YD6016LN app opstarten. Klik op de rechter reeks contacten (1 t/m

en dan zien we:

In dit scherm is de nummering van de bezetmelding contacten te manipuleren. Een ander beginnummer is dus mogelijk. Zelfs individueel nummeren. De tweede reeks 9 t/m 16 volgt de instelling van de eerste reeks.
De YD6016ES module is te benaderen door op de knop ‘ES-IN LINK’ te klikken en dan zien we de gekoppelde modules:
.jpg)
Klikken we op de onderste (ES-CS) module; dan wordt overgeschakeld naar de YD6016ES app.
.jpg)
In deze app zien we echter geen opvolgende nummering. Dat wordt echter binnen de LocoNet module geregeld. Dus we gaan weer terug naar de YD6016LN app; dit door op de ‘UIT’ knop van de YD6016ES app te klikken.
In de YD6016LN app klikken we op de ‘s88N IN’ knop en bij de tab ‘Instellingen’. In deze tab zetten wij het ‘Aantal 16 ingangen modules’ op 1; waardoor het aantal gekoppelde contacten op 16 komt. Totaal wordt het dus 32 contacten, zoals hier te zien is:
.jpg)
Klikken we nu op een knop ‘LOCONET’; dan zijn die 32 contacten zichtbaar gemaakt en zijn we gereed met de configuratie!

Overigens is op te merken dat de s88N modules de nummering van de LocoNet module ‘verplicht’ opvolgen. Dit is verder niet te manipuleren.
Deze hele procedure is aardig in beeld gebracht in de volgende video van DCCtrainautomation:
https://www.youtube.com/watch?v=LlKjXcfePAs&t=350sDe twee types bezetmelders zijn dus onderling te verbinden. In onderstaand plaatje gaan we uit van een YD7100 centrale. Dan via een LocoNet kabel naar de eerste YD6016LN en dan naar andere modules. Volgende YD6016ES modules kunnen worden verbonden met een YD6901ES-LINK brug of een netwerkkabel. Nooit met allebei (X)! Doorverbinden van meerdere YD6016LN modules gaat alleen met LocoNet kabels. Dit zijn een soort telefoonkabels, maar toch iets anders.
Aansluiten op de baanDe baan wordt bij één spoor verdeeld in geïsoleerde secties. Deze secties worden met de bezetmelder(s) verbonden, die weer aan de Track Output van de centrale verbonden zijn. Het andere spoor wordt rechtstreeks met de centrale verbonden. Het volgende schema geeft een voorbeeld hiervan

Om in de praktijk te testen heb ik een baan samengesteld, die net op de tafel past. In een volgende aflevering ga ik deze in detail bespreken, inclusief de toepassing van digitale besturing. Dit volgende schema is getekend met AnyRail 7. Daarin nog Digikeijs plaatjes van de modules, maar met YaMoRC module aanduidingen.

De baan is verdeeld in 9 blokken, met per blok 2 geïsoleerde secties, met ieder 1 contact. We hebben dus detectie contacten 1 t/m 18. We moeten dus 2 bezetmelders (modules) gebruiken. De 4 “wisselstraten”, met totaal 5 wissels, zijn rechtstreeks met de centrale verbonden. Als een trein op een wisselstraat terechtkomt, dan wordt deze dus niet gedetecteerd. De treinen moeten dus niet doorschieten bij het tot stilstand komen in een blok.
Testen op deze baanDoor een trein te laten rondrijden op de baan om alle contacten af te gaan, kunnen we testen of de signalen worden doorgegeven via de bezetmelders aan de centrale. Daartoe openen we het configuratie scherm van de YD7010 centrale en kiezen een trein, die fysiek op de baan staat. Daarna openen we de knop “LocoNet B” en gaan naar de tab “Terugmeldmonitor”. Op het scherm zien we dan de volgende weergave:

Hier zien we dat de trein detectiepunt 2 heeft bereikt in blok 1. Zo kunnen we dus alle detectiepunten op de baan af gaan en vaststellen dat ze correct verbonden zijn en dus een signaal afgeven.
Verdere toepassing van de LocoNet moduleDe YD6016LN is ook te gebruiken voor het configureren van schakeldecoders, zoals de YD8008 Solenoid en de YD8116 Switch. In een vorige bijdrage over schakeldecoders heb ik het configureren met de YD9100 module al besproken. Dat ziet er zo uit:

In plaats van de YD9100 module, kan ook de YD6016LN worden gebruikt. Dit gaat als volgt:

In het echt:

Deze laatste opstelling heeft het nadeel dat in gebruik zijnde LN modules soms moeten worden losgekoppeld. Verder moet de schakeldecoder op een voeding zijn aangesloten. Daarom nog niet getest. De Configuratie module YD9100 heeft mijn voorkeur, als je die natuurlijk hebt aangeschaft.
EvaluatieBeide bezetmelders, inclusief de brug, zijn eenvoudig functioneel getest en ze voldoen zover. Nu moeten we ze nog gaan testen in een geautomatiseerde omgeving, oftewel communicerend met de centrale en de besturingssoftware. In een volgende bijdrage zal ik hier in detail op ingaan!
Tot een volgende keer!
Groetjes, Koos