63 te bedienen wissels, blokken, seinen enzo,
20 in te lezen terugmelders.
Dat geeft aan wat er fout gaat in deze opzet. Een beetje baan heeft veel meer terugmelders dan wissels.
Blokken zijn spoorstukken tussen wissels en spoorstukken tussen spoorstukken. Stel elk blok (spoorstuk) heeft minimaal 1, mogelijk 2 of 3 melders nodig, dan zit je al gauw aan een verhouding van wissels (blokken, seinen enz):terugmelders= 1:3
in plaats van 3:1.
M.a.w. het vergt een totale omslag van denken (en aanleg) als je uit moet gaan van een verhouding van 3:1.
wisselsEen zo'n denkomslag zit bij de wissels. Eén wissel heeft minimaal 2 uitgangen nodig (recht en afbuigend), maar levert mogelijk ook 2 melders (terugmelders wisselstand: recht en afbuigend). Dat kun je analoog anders bedraden, maar dan weet het PC-programma dat niet. Je kunt zelfs analoog doorlussen via wisselrelais dat wisselstanden benut worden om enerzijds vooruitblikkend (inrijwisselstraat) anderzijds terugblikkend (uitrijwisselstraat) blokken vrij te geven of te zetten.
Digitale PC-rijders maken onderscheid tussen rijweg en wisselstraat. Een rijweg is een opeenvolging van blokken en wissels (met wisselstanden). Analoogrijders doen dat soms ook, met name bij complexe wisselstraten (b.v. bij stations).
Analoogrijders maken daarbij gebruik van terugmelders, digitale PC-rijders van terugmeld-detectoren. Het grote verschil zit tot dusverre is de rol van de spanning van het terugmeldsignaal (analoog: kun je iets schakelen met het signaal, versus digitaal: kun je het signaal verwerken?). Als je analoog met een PC rijdt, valt je in die 2e categorie (kun je het signaal verwerken?)
Wat bij veel software pakketten opvalt is dat blokken melders hebben, maar rijwegen (in principe) niet. Analoog spreekt dat laatste niet vanzelf.
seinenEen andere denkomslag zit bij seinen. Stel je neemt blokseinen, omdat blokken doorgaans in een vaste rijrichting opeenvolgend zijn. In het analoge Märklin systeem is er 1 melder per bloksein (pal na dat sein, en die bewaakt de treinvoorkant); een stopplaats pal voor dat sein, de rest van het blok heeft rijspanning van de ringleiding, en bevat geen melders, maar wel een condensator unit om te voorkomen dat meerdere slepers in een trein ook leidt tot meerdere pulsen. En ja, dan volstaat 1 melder per blok.
In een 2+3-rail systeem kan dat niet op die manier, omdat het hele blok 2-rail of 3-rail is (maar niet beide). Het blok staat bij binnenkomst dus al op 2-rail of op 3-rail. De stopplaats is zo lang als het hele blok, de remweg (afhankelijk van het seinbeeld) wordt vanaf hoger niveau geregeld, en de melder bevindt zich achterin het blok (de treinachterkant is bepalend voor het eventuele stoppen) ; het blokseinbeeld (=uitrij-seinbeeld=volgend blok bezet/vrij) en het inrijrecht (tot een blok met sein rood) zijn gesplitst: de stopplaats (vergroot tot een heel blok) staat toe dat een trein de stopplaats berijdt, ook als die trein in dat blok (en dus in die stopplaats) moet gaan stoppen.
Bij 2-rail systemen zijn er 2 manieren: trein-voorkant melding of trein-achterkant melding; beide hebben hun eigen afhandelingslogica.
Daarvan afgeleid is een 3-rail variant met monostabiele relais (in zelfhoud schakeling): de treinvoorkant zet het relais aan (voor de rit tot aan de stopplaats), de treinachterkant schakelt het relais uit (als het volgende blok bezet is), en bepaalt daarmee de stopplaats (die dus treinlengte-variabel is). Uiteraard komt die variant ook voor bij 2-rail rijders.
Wat je kunt zien aan die verschillende visies (en oplossingen) is dat er minimaal 1 of 2 bezetmelders nodig zijn per blok (bij eenrichtingsverkeer), dat de stopplaats vast of variabel van lengte kan zijn, en dat dit niet afhankelijk is van de vraag of er een wissel volgt. Seinen zijn in veel analoge denksystemen niet bepalend voor de treinafhandeling. Ze geven slechts een beeld van de situatie in het volgende blok (of de volgende blokken): mag de trein in het huidige blok 1 blok verder of mag hij dat niet?
Die kwestie wordt interessanter als je naar blokken gaat kijken die in twee richtingen bereden mogen worden.
Je hebt dan meer terugmelders nodig, ongeacht welk analoge systeem je nastreeft.
En daarom zeg ik: je verhouding is verkeerd om, en daar ga je op vast lopen, tenzij je dat weet om te draaien.