Omdat enige bekendheid met de situatie en de gedachten achter het project echt nodig zijn, ga ik jullie eerst een stukje van het verhaal voorzetten.
Het is soms lastig om de bijbehorende beelden even snel te creëren, maar we hebben geen tijdslimiet afgesproken. Dus soms duurt het even voor ik weer verder kan gaan. Omdat ik het verhaal live schrijf en geen correcties op reeds gepubliceerde stukken kan toepassen, is het mogelijk dat er verderop iets wijzigt wat eerst anders was beschreven. Dat moeten jullie mij maar vergeven. Behalve de publicatie op het forum doe ik er verder niets mee. Het wordt gewoon voor de lol gemaakt.
Van grootvader op kleinzoon.In juni 1973 stond Jack voor het raam van zijn appartement en staarde naar het grote terrein in de verte. Jack was zich aan het bezinnen op zijn nabije toekomst en had zelfs zijn baan opgezegd.
Hoe dat zo, zul je vragen.
Vorig jaar november was zijn grootvader Jaap Krens op 81-jarige leeftijd overleden na een kort ziekbed.
De man had een fatale leverziekte gehad, die hij lang verborgen had gehouden. Jaap Krens was geen man geweest voor medelijden en hield er erg van zijn zaken voor zich zelf te houden. Zelfs zijn vrouw Lisa, die een jaar of twaalf daarvoor was heengegaan, wist ook nooit waar hij mee bezig was en waar hij uithing.
Toch was Jaap een goede pleegvader voor zijn kleinzoon Jack geweest. Jack was het enige kind van zijn zoon Anton. Helaas was die met zijn vrouw in de oorlog omgekomen bij een bombardement in Arnhem. De kleine jongen was toen al bij Jaap in huis geweest, omdat het in Arnhem erg gevaarlijk was in die dagen. Jaap en Lisa woonden in Noord-Nederland op een wat afgelegen plek.
Krens was altijd handelaar geweest in roerende zaken. Achter het huis had hij een grote schuur, die bomvol stond met de meest uiteenlopende spullen. Van heel kleine sieraden tot een heuse spoorwagon en zo'n beetje alles wat daar tussen past, stond er te wachten op een koper.
Jaap Krens had officieel een schrootbedrijf, compleet met een berg oud roest op het erf en een grote garage met dubieuze automobielen van allerlei merken. Ze woonden buiten het dorp aan een eenzame weg langs een oude verlaten spoorlijn en af en toe kwam er langs die weg een wagonlading nieuw schroot en haalden ze oud schroot bij hem op.
Rond het huis liepen vaak dubieuze figuren te scharrelen en Jaap deed met hen zaken in de schuur. Lisa vroeg nooit iets en was het wel gewend. Toen Jack ouder werd werd hem geleerd vooral geen vragen te stellen en helemaal niets, maar dan ook absoluut niets van wat hij zag of wist tegen iemand te vertellen. Daar had grootvader hem héél goed van doordrongen en Jack was zwaar gestraft toen hij toch eens iets uit zijn mond liet vallen tegen een buurman.
Omdat de mensen in het dorp zo weinig van Krens wisten, gingen er natuurlijk allerlei roddels in het dorp rond. Zo beweerden ze stellig dat Krens tijdens de tweede wereldoorlog wapens van de Duitsers had gekocht en die weer voor grof geld had doorverkocht aan verzetsbewegingen en de Engelsen.
Wel bewezen was, dat er in de herfst van 1943 een paar maal een Duitse vrachtauto op het erf gestaan had, maar niemand wist of die er nu iets kwam halen of er juist wat kwam brengen.
Krens zelf kwam zelden in het dorp. Wel was bekend dat er een broer van Jaap voor de oorlog al jaren in Duitsland woonde. Zeker was ook dat Jaap daar wel eens kwam met zijn vrachtauto.
Toen Jack vierentwintig was geworden ging hij het huis uit en woonde in Zwolle op kamers. Eens in de week reisde hij naar Jaap om voor hem te zorgen waar dat nodig was. Jaap waardeerde die bezoeken echt. Ook al, omdat het verder erg stil was geworden in zijn wereld. De klanten van vroeger kwamen niet meer of minder vaak en hij miste zijn vrouw ook behoorlijk.
Na het overlijden had de notaris Jack als enig familielid, de Duitse broer was al eerder overleden, uitgenodigd en hem het laatst bekende testament voorgelezen. De scherpe handelsgeest van zijn grootvader was niet het enige dat Jack kreeg van zijn opa.
Jaap Krens bleek aanzienlijk meer te bezitten dan wat men hem zo op het eerste gezicht zou hebben toegedicht. Behalve het door de oude man schromelijk verwaarloosde terrein van de sloperij, de vervallen boerenwoning en de berg roerende zaken in de stoffige schuur, bleek opa nog een vorstelijk vermogen te bezitten van bijna twee miljoen gulden in cash en een partij aandelen.
Deels was dat ooit door hem belegd in aandelen Kon. Olie en Unilever en die waren nu ongeveer het 40-voudige waard geworden. Sommige andere aandelen waren waardeloos geworden, omdat het uitgevende bedrijf niet meer bestond. Kennelijk had Jaap de aankoop lang geleden gedaan en er nooit meer naar omgekeken met het idee van een appeltje voor de dorst.
Nadat het hele aandelenpakket door een accountant van de bank was uitgezocht en op waarde ingeschat, kon de notaris Jack melden dat zijn vermogen bijna zes miljoen gulden bedroeg. Natuurlijk zou de belasting hier ook nog flink van willen mee eten, maar dan bleef er toch altijd nog iets minder dan de helft over.
De accountant zou nog even met de belastingdienst in de clinch willen, daar Jack geen 1e graad erfgename zou zijn, maar 2e graad erfgename. Dit wilde de accountant wel aanvechten, omdat Jack praktisch zijn hele leven door zijn grootvader was opgevoed en ook als diens kind was aangenomen. Het verschil zou een aanzienlijk bedrag uitmaken in de belastingvordering.
Nee, met Jack Krens hoefde je geen medelijden te hebben, die zat er zo gezegd “warmpjes” bij.
Wordt binnenkort vervolgd op:
"Geld zat, maar wat doe je er mee?"