Rekenvoorbeeld: de dikte van rails en het materiaal waarvan de helix is gemaakt is samen bijvoorbeeld 1cm, en je hebt een vrije hoogte nodig van bijvoorbeeld 8cm. Dan moet je per omwenteling 9cm stijgen of dalen. Bij 3% is daarvoor een lengte van 3 meter nodig.
Aangezien de stijging het sterkst is in de binnenste boog, is dat de boog waar we vanuit gaan. Er geldt dan dat de binnenste boog een straal moet hebben van tenminste 300cm / 3,14 / 2 = 47,8cm.
Nu is de vraag wat voor rails je hebt.
Met Fleischmann Profi kun je voor de binnenste boog R3 gebruiken (48,4cm) en voor de buitenste boog R4 (54,7cm).
Bij Roco Geoline heb je voor de binnenste boog al R5 (51,1cm) nodig. De buitenste boog kun je dan met R6 (57,3cm) leggen. Geoline R4 is maar 43,5cm en dus te klein.
Met RocoLine kun je R4 (48,1cm) en R5 (54,3cm) gebruiken.
Voor Peco, Piko, Tillig, etc. gelden weer andere getallen.
Let er dus op dat stralen bij de R aanduidingen per fabrikant en per railsoort verschillen!
R2 en R3
... zegt alleen wat als je merk en soort rails erbij vermeldt! Maar in het algemeen geldt, dat R2 een veel te kleine boogstraal oplevert voor de gewenste stijging of daling. Heel begrijpelijk dat je er dan niet uitkomt. Dat ligt niet aan Anyrail. Met zo'n kleine radius is het gewoon niet mogelijk om in een cirkel voldoende te dalen zonder over de 3% helling te gaan.
Wil je toch zo'n kleine radius gebruiken, dan moet je van de helix afstappen en een klim-ovaal maken. Elke omwenteling bestaat dan uit twee halve cirkels, met daartussen voldoende lengte rechte rails.
Als je alle gedoe met boogstralen per railsoort wilt vermijden, kun je de helix of klim-ovaal ook met flexrails leggen. Het kost wat aandacht om dat in een nette boog te leggen, maar je kunt wel elke gewenste radius maken en je komt gewoonlijk ook nog goedkoper uit.
