Eén van mijn mede-Raptor gebruikers heeft een aantal LDT Seindecoders voor de DB gekocht om zijn Viessmann uitrijdseinen mee te besturen, deze uitrijdseinen kennen de volgende begrippen:
Hp00 (stoppen, twee rode lampen)
Sh1 (rangeren toegestaan, één rode lamp en twee witte
Hp1 (doorrijden met volle snelheid, één groene lamp)
Hp2 (doorrijden met 40 km/hr, er komt een afbuigende wissel, één groene en één gele lamp
Vr0 (voorsein voor het volgende sein, verwacht stoppen, twee gele lampen)
Vr1 (voorsein voor het volgende sein, verwacht doorrijden, twee groen lampen)
Vr2 (voorsein voor het volgende sein, verwacht doorrijden met 40 km/hr, één groene lamp en één gele lamp)
Bij de toepassing liep hij tegen de volgende problemen op, waarbij bedacht moet worden dat Raptor ontworpen is met één hoofdgedachte: “houdt het simpel”, dus seinen worden aangestuurd op basis van schakeldecoders, per seinbeeld één decoder:
Schakeling Hp2 en Vr2: schakelvolgorde vanuit de Raptor, hier is door Raptor een gewijzigde schakelvolgorde gemaakt in de definitie van de Hp2 schakeling, type 2 is de juiste keuze.
De LDT Seindecoders hebben een restrictie v.w.b. de tijd die er moet zitten tussen twee opvolgende opdrachten, dit komt door het “mooie” wisselen van de seinbeelden, de uitgaande seinen gaan langzaam uit en de aangaande seinbeelden gaan opvolgend langzaam aan, in die schakelperiode (0,4 seconden) kan de decoder geen nieuwe opdrachten verwerken.
Als je de seinen met de hand bediend is dit geen probleem, een mens is nu éénmaal niet zo snel, een computer is vele malen sneller, dus kan dat wel, LDT heeft dit op het bordje van de modelbaanautomatiseerders gelegd (ze hadden het zelf ook kunnen oplossen maar dat had betekend dat ze een buffer hadden moeten installeren om die opdrachten in op te slaan, maakt de decoder ingewikkelder, dus duurder, dus begrijpelijk).
Na wat denk- en praatwerk ontdekte ik nog een bestaande software module die de zaak prachtig kan oplossen:
070 Naschakelpauze magnetische artikelen
“Sommige zwakke wisselvoedingen hebben bijvoorbeeld een "hersteltijd" nodig na het
schakelen van een zware wissel, voordat de volgende (zware) wissel weer over de maximale
schakelspanning kan beschikken. Met deze module kan per wissel een zogenaamde
naschakelpauze ingesteld worden opdat alle wissels altijd gegarandeerd zijn van het
maximale voedingsmoment.”
Na deze optie geactiveerd te hebben en de decodernummers van de LDT seindecoder een vertraging van 3/10 of 4/10 seconde te hebben gegeven, in de praktijk vast te stellen, schakelen de seinen mooi in volgorde.
Het laatste probleem was een probleem waarvoor ik de hulp van LDT nodig had: de decoder kent een instelling waardoor het voorsein donker is als Hp00 of Sh1 actief zijn, dit stel je in met “Jumper J3 in en Vierde adres rood”.
Dit vierde adres wordt door Raptor echter ook geschakeld bij het schakelen van Vr2 naar Vr0, op zich niet erg, ware het niet dat de decoder “Jumper J3 uit en Vierde adres rood” als een ongeldige instructie ziet en alle seinen op rood zet.
Na wat e-mail verkeer met LDT heeft LDT deze instructie nu gedefinieerd als “geldige instructie, maar hoef niets te doen” en het werkt nu perfect.
Hoe heb ik alles getest, eerst een paar foto’s
De testopstelling, een Viesmann sein met de b.g seinbeelden en een Busch sein met Hp0/Hp1/Hp2
De sporensituatie, het Viessmann sein vervangt het armsein, de volgende rijmogelijkheden:
afslaand, dus Hp2, het volgende blok heeft alleen maar Hp 0/1, dus het voorsein hoeft alleen maar Vr0/Vr1 te tonen
rechtdoor, dus Hp1, het volgende blok kent een spitsende wissel (zie volgende foto), het voorsein moet dus Vr0 en Vr1 of Vr2 kunnen tonen
het volgende blok, heeft dus een hoofdsein Hp0 en Hp1 of Hp2 nodig
Dan twee fotos waarop te zien is welk IC gewisseld moest worden, belangrijk is de stand van het IC, er zit aan één kant een “deukje” en in het voetje zit ook zo’n deukje, die deukjes moeten boven elkaar zitten, verder is het een kwestie van de IC’s heel voorzichtig uit het voetje pulken en er weer heel voorzichtig inzetten
De resultaten zijn uitstekend, Raptor geeft de goede opdrachten aan de decoder en de decoder volgt ze perfect op, één schoonheidsfoutje zit er in, bij de schakeling van Hp2 naar Hp00 is de automatische schakelvolgorde: “tweede adres rood – eerste adres rood”, twee adres rood is Sh1, dus dan zie je het seinbeeld Sh1 even oplichten, waarna Hp00 oplicht.
Ik heb me gedurende deze exercitie ook gerealiseerd hoe ingewikkeld de treinbaan automatisering eigenlijk is: voor het tonen van het juiste seinbeeld van het voorsein moet gekeken worden naar het volgende blok, waarbij voor Raptor de belangrijke vraag is: welke is het volgende blok en is hij vrij, de bergbaan op (Vr0 of Vr1), rechtdoor en niet afbuigend: Vr0 of Vr1 of rechtdoor, afbuigend: Vr0 of Vr2.
Conclusie: de combinatie LDT Seindecoder DB en Raptor werken uitstekend samen, mits de Raptor is voorzien van de juiste firmware, de module 070 geactiveerd en de juiste decoder nummers een vertraging ingesteld hebben gekregen en de LDT seindecoder voorzien is van het juiste IC (ik verwacht dat deze IC straks de nieuwe standaard is, ik heb dat nagevraagd)
Groet, Anne W
P.S., nee, de LDT Seindecoder voor de NS seinen werkt niet goed samen met de Raptor, ook daarin zit een probleem, Raptor is hierover aan het nadenken.
